woensdag 11 maart 2009

Over zaad zaaien

Alles is zaad. We zijn omringd door zaad. Groot zaad, kastanjes in het bos, en minuscuul zaad, pollen die tussen onze neusharen door naar binnen glippen. Til een stoeptegel op en in een mum is het groen. We ademen zaad. We slikken zaad. De kosmos krioelt van het zaad, onzichtbaar voor onze ogen, in spleten en kieren wacht het op een zucht of vlaag om meegevoerd te worden. Het juiste zaad op de juiste plek. Zaad komt, zaad gaat. Een vers geploegde akker? Zie wat er zonder mensenhand ontstaat: eerst groeit er gras en brandnetels, dan struikgewas en na jaren staat er een bos. Het heeft iets tragisch: we komen om in het zaad. Oud zaad, nieuw zaad. Zaad wil gezaaid. Haat niet het zaad, zaai niet de haat. Wees zelf zaad en tier! Tier welig! Wrijf je zaadvragende ogen uit en zie: je ogen geven zaad. Weel tierig! Vergeet de haat. Haat vergaat, zaad bestond en bestáát. Waarom zaaien haat, wanneer zaad is alom paraat?

Geen opmerkingen: